maandag 16 augustus 2010




Zondag 15 augustus Verwaaid met 7 bf in Pampus-haven. Ach een mens maakt wat mee op zo'n zeilreis naar Zweden. In kort bestek: vanuit Delfzijl hebben we de staande mastroute gevolgd om over het mooie Reitdiep en Dokkumer Ee te kunnen varen. De eerste stop was in Garnwerd waar we heerlijk 's middags hebben gezwommen en de volgende ochtend koffie met taart genoten bij het tegenoverliggende cafe. Daarna rustig op de motor verder tot iets voorbij Ezumazijl. Daar slechter weer gekregen maar het dek blijft droog! De volgende ochtend weg bij opening van de bruggen. In Dokkum -ruim twee uur varen- ontdekt dat het volgbootje niet volgde. Terug naar Ezumazijl ondertussen brugwachters, havenmeesters en politie waarschuwend. Iets beoosten onze overnachtingsplek lag het volgbootje keurig in het riet te wachten. Met behulp van een vriendelijk echtpaar in een ondieper schip het bootje teruggehaald. Daarop wederom richting Dokkum gevaren en uiteindelijk iets westelijk van Dokkum aan een steigertje overnacht. De 'Blackwater' -mede old-gaffer-lid- kwam naast ons en dat leverde een gezellige avond op. Donderdagochtend weer bijtijds weg en gevaren tot molen De Zwaluw in Birdaard. Aardige rondleiding gekregen en eten gebunkerd. Toen door tot het dorpje voor Grouw. Ondertussen met Meik en Joost en Joris en Nancy contact over een treffen op het IJsselmeer. De volgende dag dus door richting Stavoren of Lemmer, afhankelijk van de wind. Op het Margrietkanaal krijgen we een waarschuwing voor onweer, hagel en waterhozen. We kijken het in Lemmer aan en besluiten over te steken naar Lelystad. Onderweg vormt zich boven Urk een zware bui. Volgens de buienradar -gelukkig bereik- trekt deze het land in. Door dus naar Lelystad. In de sluis breidt de bui zich toch uit richting ons. We schutten door en meren af aan de steiger van de Batavia. Als de bui overtrekt voor anker iets verderop. Zaterdag dan De Vlieter en 't Hoen tegemoet gevaren. Nog steeds onweerswaarschuwing maar de lucht ziet er niet dreigend uit. Om een uur of één treffen we elkaar in Pampushaven. Ongelofelijk leuk en gezellig om elkaar weer te zien. Neven en nichten zijn uitgelaten en verdelen zich over Hoen, Vlieter en Kittiwake. De wind staat in de loop van de dag behoorlijk door uit het Noorden, maar zal in de loop van de nacht afnemen. Was de verwachting. Niks was minder waar: om een uur of drie worden we wakker van de sterk toegenomen wind. De verkeerspost meldt Lelystad NNO 6bf. 's Ochtends vertrekken Hoen en Vlieter naar haven Muiderzand. Wij vinden het de moeite waard om de kop naar buiten te steken en met harde wind te varen. Met gewone fok, geen kluiver en dubbel gereefd grootzeil koersen we 320º met 5 knoop, het berghout geregeld in het water. Zo zeilt het schip heerlijk. Helaas: kinderen zeeziek en dan is de regel bij niet-noodzakelijke tochten dat we omkeren. Terug lopen we onder het kleine tuig nog een dikke 7 knoop. Mensen wat zeilt ons schip toch fantastisch in ruiger weer! De rest van de dag liggen we verwaaid, doen spelletjes, lezen en bereiden ons voor op het laatste rak richting Monnickendam. We zijn nu 76 dagen op het schip, hebben iets meer dan 1500 zeemijl gevaren en willen zo weer terug!

zondag 8 augustus 2010

Zondag 8 augustus Zojuist om 16.00 uren afgemeerd in het weinig poëtische Delfzijl met de sympathieke havenmeester. Vanochtend zijn we vertrokken uit Norderney om even voor achten om tijdig de tocht over het wantij van Juist en de Ooster- en Westereems te kunnen maken. Een hele colonne Nederlanders vertrok uit het overvolle Norderney; wij snel op kop omdat het wantij van de Eems ondiep is en we dat met afgaand tij moesten nemen. Niks te vroeg want met bijna hoogwater hadden we slechts 70 cm water onder de kiel. We wilden proberen voor anker te gaan in de Dollard maar daar stond -in tegenstelling tot de 1 knoop die in de stroomatlas vermeld werd- zo'm 2 knoop stroom. Dit in combinatie met de onverlichte geul en de plek tussen de banken deed ons besluiten dit mooie plekje te verlaten en terug te varen naar Delfzijl. Maarrrrr: eerst de tocht vanuit Troense: dat was weer schitterend: een kraakheldere Oostzee waar je tegelijk tussen eilandjes in een tamelijk smalle geul vaart en toch een groot gevoel van weidsheid ervaart. Over een oliegladde zee naar de baai benoordoosten van Aerøskøbing gevaren en daar -met enige aarzeling: pappa delta (luister vooral op dp07.com) voorspelt voor de nabije Duitse kust de mogelijkheid van onweersbuien met windstoten van 8 bf- prachtig voor anker: op 4 meter diep water zie je de bodem schemeren. De Oostzee als kraamkamer van de oorkwal doet z'n naam weer eer aan. Met de Zeus gaan we aan land en wandelen op ons gemak door het prachtige Aerøskøbing en eindigen bij een aardig hotel waar de kinderen chocomelk drinken waar je je lepel in rechtop kunt zetten -ze hoeven geen avond eten meer. 's Avonds zitten Sas en ik heerlijk buiten en mijmeren over de heerlijke vakantie, de rust van Scandinavië en de weerzin om naar het volle Nederland terug te gaan... De volgende ochtend op het zeil -en later motor- naar Marstal op de zuidoostpunt van Aerø. Een volle jachthaven met een heerlijke speelplaats voor de kinderen. 's Ochtends bijtijds weg voor een heerlijke zeiltocht richting Holtenau. Bij Leuchtturm Kiel betrekt de lucht en valt de wind weg en gaan we op de motor verder. Aanvankelijk willen we naar een haventje even beoosten Holtenau en dan morgen vroeg doorschutten op het Kielerkanaal. In overleg met de kinderen besluiten we door te varen tot een aardige ankerplek in een inham van het kanaal. Een mooie combinatie: in de natuur liggen en op een steenworp afstand de gigantische zeeschepen langs te zien schuiven. De volgende dag door naar Rensburg: het favoriete plaatsje van de kinderen waar ze dichtbij de boot aan het strand kunnen spelen. We bunkeren eten en zo'n 190 liter diesel voor de terugtocht. De volgende ochtend vroeg op: er doet zich een weergat voor op vrijdag en zaterdag en dan kunnen we oversteken over de Duitse bocht. Dus: nog 68km kanaal en daarna naar het oooovervolle Cuxhaven. We prutsen de Kittiwake in een 9m box en genieten ervan dat we een plekje hebben. Daarna Joost z'n aanbod genieten: eten in de Seglersclub aan de haven befaamd om bier, braadworst en bier met uitzicht over de Elbe. Helaas is de keuken die avond gesloten dus we houden het op taart met bier -de eerste keer dat we deze combinatie nuttigen; een aanrader. De volgende dag klussen en schip opruimen. Gedurende de dag verandert het weerbericht: in de loop van de komende dag draait de wind naar ZW -tegen dus. We besluiten om 's nachts te vertrekken. Om 1 uur is de Elbe aarde donker in een oceaan van lichtjes die schepen, boeien, ondieptes etc. markeren; altijd weer spannend bij de start temeer daar de stroom ca. 3,6 knoop mee staat. Tegen vieren lopen we voorbij de Westertill, het einde van de Elbe. Het begint wat te dagen in het oosten -we hebben genoten van alle vallende sterren; merkwaardig: als je moe wordt lijkt een meeuw in het donker best veel op een vallende ster- en trekt de wind aan. We hijsen de kluiver en het grootzeil met 1 rif. Met de motor bij scheuren we met 6-7 knoop over de Noordzee en zijn om 10 uur bij de uiterton van het Dovetief. Net tijdens de ruige tocht naar Simrishamn geniet Saskia met volle teugen van zee en wind. De Kittiwake doet het uitstekend; wat hebben we toch een heerlijk schip. Nu resteert ons nog de tocht door Nederland zo aangenaam mogelijk te maken. Waarschijnlijk via Reitdiep, Lauwerszee en Dokkumer Ee richting Harlingen. Dan afhankelijk van het weer nog een paar dagen Terschelling of rustig richting het zuiden waar bij mooi weer 't Hoen en de Vlieter ons tegemoet zeilen.

zondag 1 augustus 2010



Zaterdag 31 juli
We liggen nu in Troense en zijn daar gekomen uit Vordingeborg. Dat was weer een lange tocht -op de motor: er is te weinig wind- van Vordingeborg
naar Troense, iets bezuiden Svendborg. De eerste avond gaan we voor anker in een mooie baai -alles is overigens mooi in dit gebied dat mede in het licht van de omvang en schoonheid van de huizen treffend de Deense Rivièra wordt genoemd. De baai waarin we liggen heet de Thurø Bund. Voor anker, dat betekent weer lekker zwemmen en een heerlijk gevoel van vrijheid. Overigens liggen we eerst in de rook: de Deense boeren fikken blijkbaar hun land af -nadat er is geoogst neem ik aan- en dat levert werkelijk enorme rookwolken op. Een mooie foto waar op de ene helft zo'n CO2-producerende wolk staat en op de andere helft een windmolenpark. Hoe dan ook: de baai waar we liggen is zo beschut dat hier vroeger de zeilschepen werden gebracht om te overwinteren: de beschutting van de baai beschermde ze tegen stormen en ijsgang. Omdat er behoorlijke wind in de voorspelling zit besluiten we 's ochtends vroeg te verkassen naar de haven van Troense: een schitterend plaatsje aan de Svendborg Sund. De windvoorspelling is ditmaal des te serieuzer te nemen omdat de voortekenen bepaald ongunstig waren: ten eerste ontplofte er een duralexglas nadat Saskia er juist haar koffie uit had gedronken en verspreidde een massa aan splinters in de kajuit. Daarna, bij het ophalen van het anker liet Sas de puts in het water donderen op de manier waarop Obelix een net uitgooit: zonder het touwtje vast te houden. Omdat Saskia gemoedereerd op zoek ging naar een pikhaak en de puts snel bodemwaarts ging, zag ik mij genoodzaakt gekleed overboord te springen om de puts van een zeemansgraf te redden. Stomme verbazing en daarna groot plezier bij de kinderen. Daarna dus koers richting Troense waar een nieuwe verrassing wacht: bij het binnenvaren van de haven zie ik een Wantij liggen. Dat vraagt om inspectie, dus met het roeibootje eropaf. Het blijkt zowaar de Wantij van Peter Schouten zelf te zijn. Snel Saskia en Feie gehaald terwijl Lidewijde bij Anneke aan boord blijft en daarna veel kletsen en leren van Peter. Tegen theetijd gaan we terug naar de Kittiwake, doe ik in het nabijgelegen Vindby boodschappen en eten we lekker terwijl de kachel snort. 's Avonds met een dvd-tje op de bank:-) De volgende dag eerst verkassen naar een vrije box en nadat dit gebeurt is met een veer richting Svendborg. Dit blijkt maar in 1 opzicht een nuttig bezoek: hier willen we beslist niet liggen. De oude scheepswerf is de moeite nu niet meer waard, in de haven ligt het tot 9 dik en de stad zelf heeft weinig te bieden. IJs terwijl we op het veer terug wachten. 's Avonds aantrekkende wind en regen en een inmiddels bulderende kachel. De dag daarop -vrijdag inmiddels naar ik meen- is nog steeds slecht weer: harde wind en buien. De kinderen beginnen te klooien dus een schietgebedje naar boven voor droogte zodat we van boord kunnen. Tegen enen wordt dat verhoord en met regenjassen en laarzen en in korte broek gaan we richting Slot Valdemar. Een aardig kasteel/buiten dat bezichtigd kan worden en waar er niks is afgezet: je loopt echt door de eetzaal met gedekte tafel, langs de bedden etc. Erg leuk en mooi. Een heerlijke bibliotheek met grote openhaard en uitzicht over de Svendborg Sund, wat wil een mens nog meer?! Zaterdag willen Sas en ik vertrekken richting het zuiden maaaaaarrrrr: de kinderen ontdekken het clubhuis van de zeilvereniging bij de haven en besluiten dat daar vandaag de dag wordt doorgebracht en 's avonds gegeten zal worden. Dit is heerlijk voor hen: op en af de boot kunnen rennen en de hele dag schooltje en van alles en nog wat spelend hebben ze een heerlijke dag. Ditmaal geen ' je bent een fuk-joe fuk-joe zus, ik ga je doden' maar gemoedelijk spel. 's Avonds regent het weer, straks steken we de fik in de vuurduvel en volgt weer een genoegelijke avond. De planning is nu toch echt morgen te vertrekken en om de noord richting Aerø te varen en bij Aerøskøbing voor anker te gaan. De volgende dag -maandag- moet ons dan naar Bagenkop op de zuidpunt van Langeland voeren, en dinsdag maken we de oversteek naar Strande of Laboe in de Kielrbucht. Dan twee dagen Noord-Oostzeekanaal en dan hopen dat de weergoden ons guntig gezind zijn voor de oversteek over de Duitse Bocht.

maandag 26 juli 2010

Maandag 26 juli Enige tijd geen mogelijkheid gehad blogs op het net te plaatsen vanwege Vodafone en NL-wetgeving omtrent datalimieten en weet ik veel wat voor verhalen meer. Na een telefoontje met de helpdesk opgelost. Goed dan: we zijn vanmiddag in Vordingborg aangekomen aan de Storstrøm. Prachtig Deens klein water tussen Møns en Falster (als ik me niet vergis). We hebben dus de nodige mijlen gemaakt sinds de vorige blog uit Kristianopel. We zijn tamelijk vroeg op de motor uit Kristianopel vertrokken, samen met een groep van een boot of 8 die allemaal zuidwaarts gingen met het oog op het naderende slechte weer. Helaas met zuidenwind tegen, dus op de motor. Op de hoogte van Sandhamn zijn we de scheren ingedoken. Veel lager en minder begroeid en indrukwekkend dan de scheren benoorden Västervik, maar toch nog altijd een prachtig gezicht, en aangenaam beschut gevoel. Na weer de nodige liters diesel te hebben getankt afgemeerd in de saaie marina van Karlskrona die evenwel pal aan het oude centrum ligt. (De volgende keer zullen we ten zuiden van Karlskrona gaan liggen in een haventje dat onderdeel uitmaakt van de fortificatie en dat met een veer met de stad verbonden is.) In het centrum met de meiden gewinkeld, kado's gekocht, het wat tegenvallende marinemuseum bezocht en heerlijk gegeten met de meiden in een restaurantje; bij het aanreiken van de menukaart kregen de kinderen een kleurplaat en kleurpotloden, dat maakt het eten stukken aagenamer:-) De volgende dag vertrokken richting Simrishamn. Een forse tocht van ca. 55 mijl. We hebben overwogen eerst oostwaarts door de Hanöbukt te gaan en het mooie eilandje Tärnö aan te doen, maar: de slechte voorspelling houdt aan, dus kiezen we veiligheidshalve voor een zekere thuisreis (we willen uiterlijk 8 augustus in Cuxhaven zijn, zodat we twee weken voor de Duitse Bocht houden). De altijd betrouwbare Deutsche Wetterdienst geeft een verwachting van ZO 3-4bf, en hoewel onze koers en haven behoorlijk aan lager wal liggen, lijkt dat goed te doen. Buiten Karskrona staat nog een forse deining door van de wind van gisteren, en de kinderen krijgen te laat hun pilletje en blijven de hele dag te kooi -bleek later. Al snel neemt de wind wat toe en zeilen we met wat motor ondersteuning vlot verder. Gelukkig is Saskia alert en ziet ze een grote werkbank van zware balken in het water drijven; gelukkig schuin zodat hij grotendeels boven water uitsteekt, anders was het een flinke klap geweest. We willen hem als navigational warning aangeven op kanaal 16 maar krijgen geen respons van de kustwacht. Niet bepaald een veilig gevoel... De verdere tocht neemt de wind steeds meer toe en de buiïghheid in de lucht ook. Het bevalt ons niet maar er is geen redelijk alternatief en we kennen Simrishamn en zeilen dus maar door. Als gezegd zijn de kinderen ziek, vind ik het grote water niet zo heel denderend onder deze omstandigheden en geniet Saskia met volle teugen van de kracht en snelheid van het schip -geheel terecht. Tegen 16.00 komen we moe maar voldaan aan en als we afmeren geeft Feie nog een keer over en eten we daarna eieren met spek -die binnen blijven. Ondanks de vermoeidheid en het balen van het vroege opstaan alsmaar (we vertrokken uit Kristianopel om 6.30 en uit Karlskrona om 5.30) besluiten we weer vroeg verder te gaan in verband met de wind naar Ystad. Daar komen we tegen 11.30 aan en bezoeken de stad -helaas niet het cafe waarvan je de rekening zou voldoen: het was te druk, je houdt het tegoed:-) en na de stad het strand. De haven is een fantasieloze prijzige boel waar we ons niet op ons gemak voelen. De volgende dag geeft goeie mogelijkheid verder te gaan: nu weer een grote oversteek naar Klintholm in Denemarken. De volgende dag vetrekken we met de eersten uit de haven om ongeveer 7.15 en motoren en later motorzeilen in steeds beter wordend weer naar Klintholm. Al van ver zien we de kliffen in de zon liggen; heerlijk is dat altijd om naar land toe te zeilen. Na aankomst om 16.00 uur gaan we naar het strand en eten daarna patat en hamburgers van de frietkot in de kuip. Het leven is goed en wordt nog beter als de kinderen vlot te kooi gaan (en blijven) en wij heerlijk van een dvd-tje bij olielamp licht met de nodige oorlammen genieten:-) De volgende dag is er forse wind en wij zijn toe aan rust dus dat komt mooi uit. We gaan op de fiets het eiland op en bezoeken een kerkje met prachtige schilderingen uit de 16e eeuw en een prachtig buiten met schitterend aangelegd landgoed uit de 19e eeuw. De volgende dag is weer vies weer en we blijven om de Kittiwake eens flink uit te mesten, wat boodschappen te doen en te lummelen. De vooruitzichten waren wat onzeker de afgelopen tijd maar nu lijkt het dat er drie mooie dagen voor een paar dagen harde wind komen. We zetten de volgende ochtend dus niet koers naar het zuidelijke Gedsner maar varen door de mooie Grønsund naar Vordingborg. Mooi voor anker in een baai voor de haven. We hebben eerst geprobeerd benoordoosten Bogø Østerkov een oppertje te kiezen "wo sich" -volgens Greta & Harm (bekend uit Zweden)- "unserer Meinung nach einer der idyllischten Ankerplätze ganz Dänemarks befindet". Maar helaas, de geul was zo nauw, zo onbetond en het omliggende water zo snel te ondiep dat het ons onverstandig leek om hier de nacht door te brengen, aangezien er zeker 's nachts geen mogelijkheid zo zijn geweest om zonodig een beschutter plekje te zoeken en de waterstand wat kan wijzigen met de harde wind en wat getijde werking. Hier liggen we nu heerlijk in de zon, snel een duik, plannen voor morgen maken etc. etc.

maandag 19 juli 2010

Maandag 19/7 Dik op de terugreis zijn we inmiddels in Kristianopel voor de tweede maal. We waren onderweg naar Torhamn, even voor Karlskrona, maar de zee werd wat knobbelig, de wind tegen, dus de planning aangepast aan de omstandigheden. Circa 13.30 in de haven waar nog volop plaats was. We wilden dat de kinderen zelf aan land konden dus langszij de steiger aangelegd waar we mochten liggen, mits we iets verder in de hoek schoven. Nu was de planning voor morgen om vroeg te vertrekken en naar Karlskrona te varen. Die planning moeten we vrees ik ook aan de realiteit aanpassen: we zijn ingebouwd door een 8 schepen dikke rij achter ons en om nou om halfzeven 8 boten te wekken... In Karlskrona willen we in een haventje gaan liggen even buiten de stad, waar een veer naar het centrum gaat. Daarna bij stabiel weer nog eenmaal in de scheren aan de zuidkust van zweden voor anker. En dan: richting het westen en via Denemarken of Duitsland de Kielerfjord in. Maar zover is het nu nog niet. We waren gebleven in Västervik omdat het zwaar zou gaan buien. Ook daar week de praktijk van de planning af: er vielen 's avonds een paar druppeltjes, verder niks. De meiden hebben gelukkig genoten van het zwembad en wij ook wel een beetje. Daarna zijn we op een steenworp afstand van de plek waar we met onze Zweedse vrienden lagen voor het laatst in de 'echte' scheren voor anker. In de Djupesund ditmaal waar we nagenoeg alleen lagen en met een gezellige avond-picknick op een rots afscheid hebben genomen van dit prachtige leven. Van daaruit ging de reis naar het ons ook bekende Figeholm (er zijn niet zo heel veel aardige plaatsjes waar je uit kiezen kunt en we gaan het liefst naar de rustige plekjes). Dat was nog even een spannend tochtje in een heel nauw geultje toen de dieptemeter in een paar tellen terugliep van 18 meter naar 2,5 meter. Gelukkig stopte hij daar en konden we door. In Figeholm hebben we de drijver van de Zeus geplakt die een paar dagen eerder lek was geraakt door de hekgolf van een sportbootje in combinatie met het roestige en puntige ijzerwerk aan een steiger. Daarna hebben we ook van Figeholm afscheid genomen met een lekkere barbecue. Na Figeholm hebben we een aardig landelijk plekje bezocht een mijl of 20 benoorden Kalmar. Het was met de stevige wind wat gepiel om goed bij de hekbboei te komen. Bij een tweede poging ging een Zweed in klein bootje daar liggen. Verontwaardiging onzerzijds en hem gevraagd weg te gaan. Z'n eerste reactie was iets van een 'opgestaan plaats vergaan'. Dit hadden wij niet geanticipeerd en waren daarom gevaarlijk dichtbij gekomen -de verwachting was dat hij beleefd zou opkrassen. Dus: vol het gas erop om een aanvaring te voorkomen. Tsja, dan krijg je het wat macho bij-effect dat 's mans bootje alle kanten opstuiterde en hij eieren voor zijn geld koos. We voelden ons wat ongemakkelijk onder dit geweldadige optreden -en de Zweed zo bleek later voor zijn snel onze plaats pakken. Na wat beleefdheden over en weer was het weer goed. 's Ochtends zat er weer onweer in de lucht dus vroeg vertrokken richting Kalmar of het iets noordelijker gelegen Skäggenäs. Nog maar een halfuur onderweg werd de lucht akelig donker en zijn we als de sodemieter naar het dichtbij gelegen Bornholm op Öland gevaren. Bij het vallen van de eerste druppels meerden we af, en niks te vroeg: een hoosbui van jewelste (en een dicht dek!!!) en flinke donderklappen en 1 inslag vlakbij). De Zweedse voorspelling meldde dat er 's avond 7 Bf uit het noordwesten zou staan. Dit in combinatie met de grootse prolletigerigheid in Bornholm maakte dat we koers zetten richting het luwe Skäggenäs of Kalmar. Skäggenäs was helaas vol dus het werd voor de tweede maal Kalmar. Daar hebben we een dag rust gehouden om het schitterende en schitterend gelegen kasteel te bezoeken en zijn onze dochters na een reeks beproevingen tot prinses gekroond. Rest mij nog een ieder die op het punt staat op vakantie te gaan een heel prettige tijd te wensen. Wij berichten over een aantal dagen weer vanuit zuid Zweden.

dinsdag 13 juli 2010


Maandag 12 juli We liggen in een schilderachtig vissershaventje in Händelöp, een eilandje iets zuid-oostelijk van Västervik waar ik de vorige blog eindigde. Tussentijds hebben we -als beloofd door onze Duitse gidsen Greti & Harm- ons scherenparadijs gevonden oostelijk van het eiland Björkö. Een prachtig eiland, bewoond door 1 familie en een klusjesman. De familie boert naar traditie om ambacht, omgeving en leefwijze te behouden voor het nageslacht. Tegelijk is de boer taxichauffeur tussen alle eilanden en het vasteland. Vol bewondering kijken we hoe hij tegen de 20 knoop pal langs rotsen scheert om zijn vracht veilig aan de overzijde te brengen. Het is landschappelijk ongeëvenaard met prachtige huisjes, grotendeels vakantiewoningen, hier en daar een ander schip, maar verder vooral rust en verlatenheid en natuur: indrukwekkende rotspartijen, helder water, naald- en loofbos en indrukwekkende roofvogels die de andere beesten de stuipen op het lijf jagen: je hoort ze aan komen zweven omdat andere dieren alarm slaan. Tel daar nog bij op dat Feie en ik tijdens het peilen van de ankergrond in de Zeus een beest hoorden dat het geluid maakt 'alsof je hard je neus ophaalt' en je realiseert je hoever je van Nederland bent. Afijn, 's avonds bleek het ook in het paradijs duchtig te kunnen waaien en moesten we verkassen naar de overzijde nadat we aan lager wal -eerder op de dag nog hoger wal- wat te dicht bij de rotsen waren gekomen. Aan deze zijde was het zo mogelijk nog mooier en na nog tot een uur of 11 in de kuip te hebben gelezen -Saskia nu helemaal verslingerd aan de Graaf van Montecristo- gingen we voldaan te kooi. De volgende ochtend bracht het inmiddels bekende zomerse weer; sinds de storm in Orth medio juni hebben we geen regen van betekenis gehad; het dek is dan ook volledig uitgedroogd en wordt door ons meermalen per dag geputst. [Hanno, kijk maar eens uit naar een mooie partij Iroko...] Het werd een dag van zwemmen en Björkö bezoeken en heerlijk niksen. Zelfs de kinderen die normaal meer warm lopen voor speeltuinen, krabben en vriendinnen waren zeer tevreden met dit landschappelijk schoon en de mogelijkheid tot zwemmen. Onvervaard springt Lidewijde van het puntje van de boeg. Ook de volgende dagen verlopen volgens dit patroon waarbij ik nog wat gesprongen naden dicht en proppen in het dek zet (ach, toch nog een rotte plek deze winter over het hoofd gezien in het voordek en deze uitgestoken en daarna zo goed en zo kwaad als het gaat met het beschikbare instrumentarium gedicht met een stukje mahonie -het enige behalve vuren wat ik aan boord heb -doen we later nog over. (En bij dit alles ruimschoots het eigen record 'hoe besmeur ik mezelf en het schip met sikaflex' breek...) Ondertussen blijft het stoeien met het Zweeds Meteorologisch Instituut: eerder al hadden onze Zweedse kennissen hun ergernis niet onder stoelen of banken gestoken en bekend dat ze zich vooral verlaten op de Deense en Noorse weersdiensten. Nu kunnen wij daar geen gebruik van maken wegens gebrek aan internet. Dus roepen we de kustwacht op; kanaal 23 Västervik. Althans: dat denken we, zo doe je dat immers ook in Nederland -voor zover nodig: de kustwacht zendt daar zo frequent uit dat je niks hoeft te missen. Hier riepen we dus per marifoon Västervik op. "Coastguard, this is vessel Kittiwake, doe you read me over?" Stilte aan de andere kant van de antenne. In de herhaling dus. "Yes", komt een aarzelende Zweed krakend door de ether, "this is Radio Stockholm'. Verbluft kijken Saskia en ik elkaar aan: de weerman komt zelf aan de lijn. "Hello radio Stockholm, could you give us an up to date wheather forecast for the next 24 hours, please". Volgt een bericht over de wind, maar het is drukkend weer dus we willen graag weten of er onweer op komst is. "Will there be thunder?" vraagt Saskia. "Eh, yes", klinkt het na enige aarzeling. "I think so". "You think so"? informeren wij met enige vertwijfeling. "Yes, I think this evening will be sunny, and tomorrow morning maybe a bit cloudy, but later it will be sunny again, I think." Ah, daar zit de kneep. "No", zegt dus Saskia, "I meant thunderstorms, not sunny". "Oh, yes I see" antwoordt de nasale, onverstoorbare Zweed met geheel eigen logica, "I don't think we heard anything about thunderstorms here, so I guess there won't be any. Dan krachtiger: "no, no thunderstorms at the coast, maybe only on the main land". De volgende ochtend worden we gewekt door gedonder uit een inktzwarte lucht. We liggen gelukkig redelijk beschut nadat we weer van het anker geslagen waren -prut en zeegras is niks voor een cqr-anker. Bovendien lekt het dek maar op twee plekken:-) Als de buien zijn overgetrokken, varen we tussen de scheren naar Loftahammer om te bunkeren; het noordelijkste punt van onze reis op 57° 58' nog wat". Daarna -vanwege de onweersdreiging- binnendoor naar Händelöp. Op dit eilandje liggen twee haventjes: een op de zuidoostpunt die voornamelijk voor de visserij is maar wel op de kaart staat aangegeven. Een tweede aan de noordkant; deze staat alleen -met het nodige enthousiasme- beschreven in onze Duitse gids. Dit is weer een spannend stukje: door een smal, onbetond geultje met aan weerszijde onderwaterrotsen langs het eiland varen, om uiteindelijk in een idyllisch plaatsje te komen waar we voor het even idyllische bedrag van 30 kronen de nacht doorbrengen. De enige service is dan ook een afvalemmer en een brievenbus maar dat is ook meer dan voldoende op dit moment. Vandaag 13/7 zijn we weer terug in Västervik omdat er voor de komende nacht zware onweersbuien uit het zuiden afkomstig over zullen trekken. Maar nu eerst: weer lekker luieren aan het zwembad:-)

woensdag 7 juli 2010



Västervik 7 juli Op 5 juli in Västervik aangekomen na een prachtige passage door de Spårasund, een engte westelijk van de grote doorvaart. Zoals onze Duitse gids ons vertelt: diese Passage ist wohl für alle Crews (je hoort het een Duitser zeggen) die Västervik besuchen, ein spannendes Urlaubserlebnis. En spannende Urlaubserlebnissen, daar doen we het voor. [De lezer merkt het aan de frivole toon: zojuist is het post-trouwdag champagne-ontbijt genoten. De Jip en Janneke champagne had overigens op de kinderen precies hetzelfde effect: een ongemotiveerd overmoedige stemming.] Hoe dan ook: vandaag wordt er aan het zwembad gehangen tot we rond het middaguur de haven verlaten moeten. Dan gaan we ws. voor anker iets oostelijk van Västervik waar aantallen gelukkige Zweden schitterende vakantiehuizen op nog schitterender locaties hebben neergepoot. Daar is een strandje waar de kinderen hun aandeel in de vakantie kunnen opeisen. Als de wind het toelaat blijven we daar vannacht liggen en koersen daarna richting Loftahammar waar wij '[unsere] persönliche Schärenparadies entdecken können' (om weer onze vrienden Greti und Harm te citeren). Daarna gaat de koers voor het eerst sinds vele weken zuidwaarts: we hebben lang gedacht Gotland aan te doen, maar de zeiltocht daarheen bedraagt een dikke 60 nautische mijl, terug naar Öland idem, en dat is voor de kinderen -en voor ons ook gegeven de windstilte waarin we zitten- geen pretje: 11 uur lang een stampende dieselmotor in je oren, terwijl de terugweg nog beginnen moet. Een ander argument is dat de scheren dusdanig mooi zijn, dat het alleszins de moeite waard is daar nog te blijven, en dat Gotland ook tijdens een auto/vliegvakantie bezocht kan worden. Dus: vanaf dinsdag is de verwachting van de Noren (zie aanbeveling in te bezoeken sites; de Zweden beschikken tot hun schaamte over een zeer slechte weersite) dat de wind wat vanuit andere richtingen dan zuid gaat blazen. Gisteren hebben we onze trouwdag gevierd in Pippiland: na een bustocht -eindelijk wat zicht op de Zweedse binnenlanden, wat een schitterend ongerepte natuur waar de kust soms tot diep in het land dringt- aangekomen te Vimmerby waar Astrid Lindgren is geboren. Daar is het Astrid Lindgrenpark waar alle bekende jeugdboeken (o.m. Ronja, Pippi Langströmm, Emil) terugkomen. Een heerlijk ruim opgezet park met allemaal speeltuinen en toneelvoorstellingen van de personages. Daarna de kinderen voor de Mac geplant met een dvd en samen op 1 fiets (jawel dat is een bezienswaardigheid in Zweden die enige toelichting vraagt: ouderen en kinderen fietsen hier met een veiligheidsvlaggetje op hun fiets, voor je gevoel draagt werkelijk iedereen een helm die slechts bij het naar bed gaan en dan nog alleen onder stabiele omstandigheden mag worden afgezet, en alle mensen die het water dichter naderen dan de kritieke grens van 2 meter dragen een zwemvest: veiligheid voor alles. Dus: als je je een Zweedse Jåmes Bønd voorstelt in een speedboot, draagt deze een zwemvest; het foldertje van Västervik toont een stoere vader met dochter in een speedboot op kalm water -beiden met zwemvest. 's Winters vriest het hier dicht, zo vertelt ons het foldertje van de omgeving. Mocht je gaan schaatsen neem dan het volgende mee: schaatsen, fakkels, overlevingspak, pikhaken, touw, fluitje, etc.). Hoe dan ook: Sas en ik reden dus samen op slechts één fiets, beiden ongehelmd door de stad waarbij we eerst de System Bolag (de staatwinkels die als enige sterke drank verkopen) aandeden ("verkoopt u ook hashies?") en daarna tegen het verkeer in terugreden naar Da Kit met de voor ieder herkenbare tassen van de System Bolag vervaarlijk slingerend aan het stuur; het leverde ons de nodige geschokte blikken op, waarbij je eerder verwacht dat een Zweed een uitgebreide argumentatie met je start waarom dit soort gedrag onoorbaar is, dan dat je de politie tegenkomt -die hebben we in Zweden (met uitzondering van de agenten in Pippi-land) sowieso nog niet gezien. "Yeah"' verzuchtten onze Zweedse vrienden enigszins gegeneerd, "Sweden is all about security". Niet het soort security van de Anglosaksische wereld van controle door autoriteiten maar zelf opgelegde en door sociale controle gegarandeerde veiligheid. Hoe dan ook: het champagne-ontbijt is achter de kiezen, de teksten zijn weer in geblogd: tijd om badwaarts te gaan en te genieten van wat komen gaat.

zondag 4 juli 2010

tussen de scheren2

Zondag 4 juli

Zoals de foto's aangeven zijn we in een prachtig gebied van de scheren terecht gekomen: talloze al dan niet begroeide rotseilanden die soms zo groot zijn dat er zomerhuisjes op staan, en soms slechts een paar bomen. Hoe dan ook: vanuit Kalmar zijn we eerst naar Figeholm gevaren. Dit was een prachtige dag: de zee was olieachtig glad toen we wegvoeren en het zicht op Kalmar, de indrukwekkende verkeersburg die over de Kalmarsund het eiland Öland verbindt met het Zweedse vasteland, en de kleinschaligheid van het water tussen Öland en het vaste land: het was schitterend. Tal van piepkleine haventjes -soms wel soms niet voor ons bereikbaar- met een paar kleine huisjes erbij liggen langs de kust. We hopen hier op de terugweg nog langs te komen. Ter hoogte van Borghom -een wat grotere plaats op Öland- begon er wat wind te komen; snel dus het zeil gezet en met comfortabele bakstag wind gezeild tot de aanloopgeul van de scheren van Figeholm. Dat was nog wel spannend want de wind was zuid-oostelijker dan voorspeld, en daarmee onze haven aan lager wal. Bij sterkere wind ontraadt onze Duitse gids dit gebied aan te lopen. Bijtijds dus de zeilen gestreken en op de motor richting het eerste eiland. De zeegang viel mee en dat was welkom: hoewel er later een goed betonde geul ligt, is de aanloop minder eenvoudig: je vaart vanaf de aanloopton ca. 312 graden en houdt een tenauwernood zichtbaar baken recht op de boeg. Dit baken ligt op de rotsen. Als je daar 'redelijk dichtbij bent' ga je stuurboord uit en koerst op de volgende groene ton. Op papier begrijpelijk; als je met deining en stevige wind op de kont langs de rotsen vaart waarop de golven stuk slaan is de praktijk wat weerbarstiger. Het ging allemaal goed en al snel kwamen we door een schitterend eilanden gebied en in het prachtige haventje van Figeholm.

Nadat we afgemeerd lagen zijn we met de kinderen inkopen gaan doen en hebben in de zon aan een tafeltje op het gras voor de steiger gepicknikt. Erg gezellig, erg schilderachtig.

De volgende dag -de meiden zaten hun schoolwerk in het gras te doen- bleken de Zweden die we in Kristianopel hadden ontmoet aan te komen: de meiden door het dolle heen: er waren weer speelvriendjes. De rolverdeling was snel gemaakt: meiden speelden met vriendinnen, Saskia ging de barbecue organiseren en ik kluste wat aan het schip.

's Avonds met de Zweden gegeten en besloten de volgende dag samen verder te trekken. Ook deze tocht was weer meer dan de moeite waard: door kronkelende geultjes waar je pal naast de boei groenig onderwater rotspartijen ziet liggen. Brrr. Goede navigatie en stuurmanskunst is dus vereist. Deze taken verdelen we meestal: Saskia streept de boeien weg op de kaart en ik houd roer. Nu is het mooie van Saskia dat ze meerdere dingen tegelijk kan: dus niet alleen precies letten op welke ton gepasseerd wordt, maar ook ondertussen de kinderen aandacht geven of het landschap fotograferen. En als ze dan weer een blik op de kaart werpt weet ze precies waar we zijn. In ieder geval bijna precies en daar komt een ander bewonderenswaardig kenmerk naar voren: haar ruimdenkendheid. Dus toen we een groene boei passeerden zei Saskia "OK, nu naar stuurboord en dan komen er twee rode boeien". Paniek sloeg mijn op beheersing gerichte persoonlijkheid om het hart. Ik zag alleen groene tonnen die licht naar bakboord afbogen. "Bakboord, ja dat is ook goed", antwoorde mijn flexibele navigator.
Afijn, zonder enige averij liepen rond zes uur de natuurlijke haven van Stora Vippholmen binnen: een wonderschone baai waar je met de neus nagenoeg op de kant ligt en met de kont aan een hekanker.

De dag daarop hebben we heerlijk gebadderd, de kinderen met hun Zweedse vriendinnen, en wij lekker in de zon en eindelijk het bijbootje Zeus getuigd en mee gezeild.

Tegen de avond besloten we samen met de Zweden te eten, zij gaan de volgende dag door naar Vastervik waar het andere echtpaar dat eigenaar van hun schip is, de boot overneemt. Het was naar ik meen een buitengewoon gezellige avond maarrrrr: sigaren en wiskey bleken de volgende dag teveel voor mijn gestel: een karaktervormende migraine hielden me dag in kooi en Saskia zorgde voor de kinderen.

Vandaag blijven we ook nog hier en gaan nog wat zeilen en zwemmen. Daarna varen we naar Vastervik waar twee zaken gepland staan: in een staatswinkel een fles Champagne kopen vanwege ons tienjarig huwelijk op zes juli en daarnaast een bezoek aan het nabijgelegen Astrid Lindgrenpark.

Daarna gaan we ons bezinnen op de rest van de tocht: er staan inmiddels 700 nautische mijlen op het log (zo'n 1300 km). Onze Zweedse vrienden vertelden dat de scheren rond Stockholm erg druk zijn dus dat lijkt -samen met de afstand- minder aanlokkelijk. Een goed alternatief zou een bezoek aan Gotland kunnen zijn.

Rest mij nogmaals iedereen die reageert te danken: het is erg gezellig om de reacties op de blog of per mail te lezen!

donderdag 1 juli 2010

Tussen de scheren


De tekst van dit blogt volgt later: we zijn net aangekomen en gaan nu eten. De foto's spreken voor zich: het is hier paradijselijk: tussen de eilanden -scheren- met de neus aan een boom en de kont aan een hekanker, meters in het heldere water vissen zien. Miljarden muggen:-(

Later meer

Ondertussen: dank aan alle reacties, het is erg gezellig ze te lezen!

maandag 28 juni 2010

Zaterdag 26 juni
Wat een heerlijke tocht hebben we vandaag gemaakt: eindelijk heeft het 'ijzeren zeil' rust gehad en hebben we met een rustige wind van Kristianopel naar Kalmar gezeild. Prachtig onder de hoge wal tussen Öland en het vaste land van Zweden door. De geur van naaldbos op zee is een aparte sensatie.

Kristianopel was geweldig: een prachtig karakeristiek Zweeds dorpje met aardig kerkje in een verder tamelijk leeg landschap. We lagen mooi aan de buitenkant van de haven -een akelig smal geultje eerst door, met zon tegen geen pretje, getuige ook het scherpjacht dat na ons kwam en met een klap op de rotsen vast kwam te zitten doordat ze net een tonnetje misten. Gelukkig allemaal met de schrik vrij, zonder schade. Maar goed: een prachtig haventje met een nog schilderachtiger havenmeester: uiterlijk oude zeerob, met hond, en daarbij als stijlbreuk een walkman uit de jaren tachtig die volop schettert om door de struikgewassen die uit zijn oren pluizen heen te blazen. Een geweldig karakter ook waar menig havenmeester een voorbeeld aan kan nemen: toen we de havengelden wilden voldoen vroeg hij "you from Kittiwake"? You have picture of Kittiwake? Give it to me. Hebben we niet bij ons. Ok, send it to me. You see there? (Twee muren met allemaal foto's van klassieke zeiljachten) There goes your picture. So, no money, just picture. Really!? Really!!

Toen we de volgende ochtend wakker werden bleken de Zweedse schepen -snel gevolgd door de andere- hun wanten te hebben versierd met seinvlaggetjes. Het bleek het midzomerfeest te zijn. En dat was een belevenis op zich: dansen rond de midzomerpaal op de nabij gelegen camping met allemaal kinderen en ouders die allemaal dingen uitbeelden die de Zweden vast al op de kleuterschool leren, en die wij met vertraging nasynchroniseerden.

We hadden nog wel wat langer willen blijven in dit paradijsje, maar de weersvoorspelling voorspelde -ten onrechte bleek later- wind die naar het noorden en daarna naar het oosten zou draaien. Daarmee hadden we tegenwind gehad, danwel aan lager wal gelegen als we waren gebleven. Dus snel getuigd en daarna die heerlijke tocht naar Kalmar. Daar liggen we nu nog, spelen op het strand, bunkeren diesel, water en eten.

Morgen dus naar verwachtig zo'n 43 mijl naar Figeholm. Dan zijn we tussen de scheren aangekomen en zo zoetjes aan is bij Sas en mij de verwachting gekomen dat daar ergens het keerpunt van de tocht zal liggen. 'Stockholm is nog ver' om Joop Z. te parafraseren. We hebben er inmiddels een dikke 600 zeemijl opzitten en zo'n 100 motoruren. Het midden van de vakantie ligt zo rond de dertiende juli dus het terugzeilen komt ook daarmee wat in zicht. Een beetje rust onderweg is welkom en -zo probeer ik wijs te zijn- moet zeilen natuurlijk ook wat zijn: de tocht is de bestemming.

maandag 21 juni 2010




Maandag 21 juni
Gisteren om een uur of 8 vertrokken uit de haven van Rønne op Bornholm. We hebben er twee lekkere dagen gehad: ons over het eiland laten vervoeren per bus en genoten van alle goede zaken die Denemarken te bieden heeft. Glooiend groen landschap, mooie kusten, kneuterige dorpjes en heerlijke vis. (Niet voor niets wordt hier gezegd dat toen onze lieve Heer klaar was met de schepping van Scandinavië, hij alle goede zaken die hij nog over had bijeenvoegde en daarvan Bornholm schiep.)
De Kittiwake wordt weer bewonderd in de haven. Als ik 's avonds wat bezig ben in de kuip komt een Pool aan dek op zijn schip en zegt in gebroken Engels (zo'n vet Russen-accent uit een Rocky-film) 'excuse me sir, but Kittiwake really very beautiful boat, very beautiful, really'. Het was liefde op het eerste gezicht zeg ik -zoals de eervorige eigenaar tegen zijn vriendin zei, toen hij ons kwam bezoeken tijdens het klussen in de NDSM-loods 'ik ga even terug naar mijn eerste liefde'. De buurman aan de andere zijde met een klassiek stalen jacht vraagt of de romp van plastic is. Hanno had al tijdens het klussen
gezegd 'werk je snel en rommelig, dan krijg het compliment dat je een mooi oud schip hebt, werk je echt mooi, dan zullen ze zeggen dat de romp in de epoxy staat'. We hebben ons werk in winter en voorjaar goed gedaan. Als we 's ochtends vertrekken worden we gefotografeerd en gefilmd.

Buiten Rønne staan nog forse rollers van de harde wind van gisteren. De wind zal vandaag verder afnemen, maar de golven zullen nog wel even door blijven staan. In ieder geval heeft het zijn effect op de kinderen: nadat ze eerst met bravoure -ach mamma, die golven vallen best wel mee- zitten te rommelen in de kajuit, worden de snoetjes witter en de stemmen zachter. Dan verdwijnen ze naar het vooronder: Lidewijde in ons bed, Feie in het hare. En helaas: de Primatour die normaal wat versuffend kan werken, hebben we te laat gegeven: Feie geeft als eerste over, knap in een klein bakje, Lidewijde benadert het nonchalanter -voor haar is het de zoveelste keer- en geeft over op onze dekbedden (constateert dit feit en meldt opgelucht dat ze nu lekker gaat slapen). Omdat het buiten wat ruig is :-) moet Saskia naar binnen om de boel op te ruimen. En daar is moed voor nodig. In een stampend en slingerend schip met twee huilende kinderen en een met kots(lucht) gevuld vooronder schoon te maken, onderscheidt de watjes van de helden. Wit ging Saskia naar beneden, groen kwam ze weer boven met putsen, handdoeken, dekbedden en nog zo wat. 'Hier' was haar even korte als inzichtgevende commentaar.

Afijn: de rest van de tocht blijven de dochters wat brak. Lidewijde weet waar ze aan toe is en blijft te kooi en eet weinig. Feie heeft er iets minder last van maar is te snel ziek om in de kajuit te spelen maar ook te beter om in bed te blijven. Uiteindelijk helpt de Ipod met Erik en het klein insectenboek.

Terwijl de wind verder afneemt, we andermaal de shipping lane passeren en de lucht verder klaart, worden de eerste contouren van Zweden zichtbaar. We koersen af op Simrishamn en meren daar iets na vieren af. De stemming aan boord is uitbundig 'we hebben Zweden gehaald' en we kunnen hier de komende week het midzomerfeest vieren.

Vandaag maken we op meerdere fronten schoon schip en genieten daarna van lekker weer op het strand, wat winkelen en vanzelfsprekend wat klussen aan het schip.

vrijdag 18 juni 2010


Dinsdag 15 - Woensdag 16 juni
Vanaf de vorige blog: ditmaal gevaren via Gedsner naar Klintholm, zo'n 80 zeemijl dichter bij Stockholm -het eerder genoemde Vitte bleek niet in detail op onze kaartenset te staan hoewel het duidelijk binnen het 'S2' gebied valt :-(.

Het blijft nog even wennen met z'n vieren aan boord: het les geven aan Lidewijde, terwijl Feie nog gewoon mag aanrommelen en haar 'werkjes' doen, en van de ouder-kindrol switchen in de juf/meester-leerling-rol: het gaat niet vanzelf. Bovendien als de juf alsmaar uit de kajuit/klas wordt geroepen om te assisteren aan dek. Dit en zo'n uur voorbereiding op de lesstof de avond tevoren, maken het lesgeven niet de makkelijste combinatie met een zeilreis. de meiden zelf wisselen sterk qua humeur: als het schoolwerk af is klaart de lucht, de vriendinnen worden erg gemist, en de vergelijking met boot van broer valt alsmaar gunstiger uit: "Joris zou hier niet kunnen varen, toch pappa?" Nee, maar Joris kan weer op plaatsen varen waar wij niet kunnen komen. "Nou ja, dat is ook wel belangrijk, dan hebben zij ook wat", concluderen de meiden ietwat hautain. De interactie tussen beide meiden wordt ook steeds intenser: komen Saskia en ik terug van een ommetje, vraagt Lidewijde: "mamma, is het waar dat jij hebt gezegd dat Feie mij mag doden?" Wij kijken verbaasd naar Feie, die enthousiast roept: goeie he, goeie he?
Hoe dan ook: het vertrek uit Orth verliep goed -behalve dat ik vergeten was dat ik de dieselkraan had dicht gedraaid, en dit zich openbaarde terwijl we bij het uit de box manoeuvreren op een aantal jachten afvoeren- (zo'n uitgestoken boegspriet motiveert dat plastic enorm uit eigen initiatief opzij te gaan) alleen viel na een aantal mijlen de wind weg waarna... de motor weer gestart moest worden; met dieselkraan open ditmaal. Even voor Gedsner moet de vrachtvaardersroute overgestoken worden. (Spectaculair hoe een klein jachtje (onoplettend? onervaren?) probeerde een tanker weg te koppen, en vervolgens op brieke benen uren in het midden van de geul blijft wachten alsof het een veilige middenberm is, voordat het de westgaande route oversteekt.) Gedsner zelf was niet erg bijzonder: wel een doorwaakte nacht voor ieder (behalve Feie) vanwege de inkomende deining.
De volgende ochtend stond de westenwind nog stevig door met bijbehorende golven. Lang geaarzeld maar Radio Lubeck (Pappa-Delta, "guten morgen liebe Freunden des Wassersport") gaf aan dat er afnemende wind op het programma stond. Op de motor haven en geul langs grondzeeen uitgevaren waarbij we flink door elkaar gehusseld werden. Toen het zeil eenmaal stond ging het met een fabelachtige 7,2 knoop -ondanks eerste rif- richting Klimtsholm. De aankomst daar was fantastisch: stijle kliffen -als de kust van Dover alleen veel kleinschaliger. Een nog fantastischer plensbui ontnam het zicht op de havenmonding. Nu liggen we te dampen in het avondzonnetje en blijven een dagje hier om naar de kliffen te wandelen.

Gisteren -17 juni- om even voor zessen 's ochtends vertrokken naar het Deense eiland Bornhom,, vlak onder de Zweedse zuidkust. Wind was er nagenoeg niet, we hebben er tegen achten zo;n veertien uur motoren op zitten. Lang leve Volvo Penta. De tocht verliep tamelijk voorspoedig, alleen het oversteken van de shipping lane was spannend toen van alle kanten vrachtschepen aankwamen en als kers op de taart twee ferries: uiteindelijk ruim anderhalf uur bezig geweest met een stukje van 3 kilometer... En toen moesten we nog de haven in: terwijl de ontspanning er al weer was die hoort bij het binnenlopen van een nieuwe haven, hoorde ik opeens wat gesis achter ons: zo'n reusachtige catamaran-ferry voer pal achter ons, en wilde eerder de haven inlopen. Snel een stormrondje tegen de forse hekgolven en toen was er daadwerkelijk rust. Morgen bunkeren, daarna naar de oostkant en van het eiland gaan genieten!

zaterdag 12 juni 2010

Onder zeil


Zaterdag 12 juni

Gisteren vertrokken uit Laboe in het Kielerfjord. We hebben in Rensburg wat rust genomen na alle hectiek van het voorbereiden van deze tocht en het stug doorvaren van de afgelopen week. Verder schoonschip gemaakt en wat aan geklust. Donderdag 9 zijn we vertrokken richting Laboe. In de stromende regen het Kielerkanaal afgevaren, koud en nat. Tegen de tijd dat we in Holtenau aankwamen begon het op te klaren en eenmaal op het Kielerfjord was het droog. Laboe was een kleine 3 mijl varen -nog steeds

geen zeil gehesen op de hele tocht.


In Laboe een plekje gezocht in de oude stadshaven -eindelijk tussen andere houten schepen in

plaats van het standaard plastic: onze buurman was ook zijn dek aan het breeuwen! Gevierlijk toen de boel wat verkend: havengelden betaald, vuil weggebracht en de meiden lekker schommelen tot... Feie het te hoog vond en op het hoogste punt zich van de schommel liet vallen, plat op haar bekkie en twee voortanden vroegtijdig gewisseld. De arme schat: wat een pijn en wat een schrik. Nu -drie dagen later- ziet het er allemaal gelukkig weer redelijk normaal uit, is de tandenfee langsgeweest en kan ze er weer om lachen.


's Avonds maken Sas en ik de tochtplanning voor de volgende dag: het weerbericht wisselt sterk: gisteren leek het er nog slecht uit te zien, vandaag wordt wind uit ongunstige richting voorspeld maar zwak in kracht (2-3). 's Morgens besluiten we te gaan als het opklaart. De wind blijkt niet NO maar ZO te zijn en er kan eindelijk gezeild worden.


We zetten koers naar Orth op Fehmarn. Het alternatief -Gedser op het Deense eiland Falser vinden we te ver weg: we zouden pas tegevn 23 uur aankomen. Tijdens de tocht bouwen zich flinke buien op boven het vaste land waarvan we de eerste missen, de volgende twee flink over ons heen krijgen -met onweer; de laatste ontlopen we op een paar honderd meter. We zeilen lekker en lopen tegen zessen Orth binnen. Daarna betrekt in rap tempo de lucht en trekt de wind aan tot 7 met uitschieters 8. Wat een geluk dat we niet naar Gedser zijn doorgevaren, dat hadden we met deze richting en kracht niet kunnen aanlopen.

De hele nacht waait het dat het rookt: het schip licht ervan te trillen en van slapen komt niet heel veel.


De volgende dag rust gehouden, en morgen ook naar het zich laat aanzien.

Bij gunstige wind varen we maandag door naar Vitte, een kunstenaarskolonie in de voormalige DDR en van daaruit steken we over naar Bornholm.

Nu is het nog even flinke wind: 6-7 met nog steeds in buien 8 en buiten een zee van 2,5m. Maar binnen is het oergenoegelijk: het dek is dicht, het kacheltje snort, de cavia's lopen rondjes en de meidjes liggen met oordopjes in heerlijk te slapen.

maandag 7 juni 2010

Van Monnickendam naar Rensburg


Dinsdag 1 juni uit Monnickendam vertrokken. Vanwege de stevige noorden wind die de komende dagen wordt voorspeld, gaan we binnendoor: via het PM-, het Van Starckenborg-, en het Eemskanaal. Een weinig poëtische route -het Reitdiep is een veel mooier alternatief, maar hiermee zijn we in 2 dagen in Delfzijl. Daar maken we schoonschip: doen -net als onderweg- het nodige lakwerk, breeuwen en rubberen van enkele deknaden, en schilderen van de kombuis. En een oneindige hoeveelheid troep sorteren en stormvaste plekken geven.
Vrijdagochtend slaan we voor vertrek nog het grootzeil aan en vertrekken met het staartje van de eb richting het wantij van Borkum. Uiteindelijk zijn we te vroeg; we gaan een halfuur voor anker en hobbelen dan over de 1.80m die er op dat moment staat. Daarna vlot door voor het wantij van Juist. Helaas allemaal op de motor. In Norderney een tamelijk lege haven. De voorspelling voor morgen is noord-west 3; waarschijnlijk komen we tegen het eind van de middag in Cuxhaven aan.
De wind is variabel 2, dus een nieuwe dag motoren. In de uitgaande geul naar de Noordzee staat een misselijk makende deining; na de uiterton komt er meer rust, maar de deining blijft de komende uren dwarsscheeps staan. Om ca. 12 uur kruisen we de Jade-monding -wat een geringe hoeveelheid scheepvaart vergeleken met vorige jaar! is dat toeval of weerspiegelt het de economische stand van zaken? Tegen 14 uur passeren we de Westertill, en beginnen we de aanloop van de Elbe. We krijgen zo’n drie knoop stroom mee en razen met 10 knoop langs Cuxhaven. We mikken op een leeg Brunsbüttel achter de sluis. Dat blijkt een misrekening: voor het sluizencomplex liggen tenminste veertig jachten te wachten op schutten -we zijn veruit de jongste bemanning in een nagenoeg volledig door 55+ gedomineerde sluis. We sluiten achteraan aan. Het rondvaartbootje voor ons dat passagiers de Elbe laat zien, geeft flink schroef terwijl we ze passeren en klassiek stuiterend van sluismuur naar sluismuur -hierbij gefilmd door de dagjesmensen- leggen we vast. Brünsbuttel is nokvol en we varen nog een dikke twee uur verder tot de eerste overnachtingsplaats: een mooi ankerplekje, met zeeschepen die vlak langs varen.
De volgende dag - 6 juni- is nog een kort stuk tot Rensburg. Terwijl Saskia de autobahn onveilig maakt, struinen Hanno en ik het feestelijke haventerrein af, genietend van bier en bratwurst.
Vandaag regent het, de in de droogte opengetrokken deknaden laten nog flink water door; dat betekent weer nieuwe breeuw- en rubberactiviteiten zodra het droog is☺