maandag 28 juni 2010

Zaterdag 26 juni
Wat een heerlijke tocht hebben we vandaag gemaakt: eindelijk heeft het 'ijzeren zeil' rust gehad en hebben we met een rustige wind van Kristianopel naar Kalmar gezeild. Prachtig onder de hoge wal tussen Öland en het vaste land van Zweden door. De geur van naaldbos op zee is een aparte sensatie.

Kristianopel was geweldig: een prachtig karakeristiek Zweeds dorpje met aardig kerkje in een verder tamelijk leeg landschap. We lagen mooi aan de buitenkant van de haven -een akelig smal geultje eerst door, met zon tegen geen pretje, getuige ook het scherpjacht dat na ons kwam en met een klap op de rotsen vast kwam te zitten doordat ze net een tonnetje misten. Gelukkig allemaal met de schrik vrij, zonder schade. Maar goed: een prachtig haventje met een nog schilderachtiger havenmeester: uiterlijk oude zeerob, met hond, en daarbij als stijlbreuk een walkman uit de jaren tachtig die volop schettert om door de struikgewassen die uit zijn oren pluizen heen te blazen. Een geweldig karakter ook waar menig havenmeester een voorbeeld aan kan nemen: toen we de havengelden wilden voldoen vroeg hij "you from Kittiwake"? You have picture of Kittiwake? Give it to me. Hebben we niet bij ons. Ok, send it to me. You see there? (Twee muren met allemaal foto's van klassieke zeiljachten) There goes your picture. So, no money, just picture. Really!? Really!!

Toen we de volgende ochtend wakker werden bleken de Zweedse schepen -snel gevolgd door de andere- hun wanten te hebben versierd met seinvlaggetjes. Het bleek het midzomerfeest te zijn. En dat was een belevenis op zich: dansen rond de midzomerpaal op de nabij gelegen camping met allemaal kinderen en ouders die allemaal dingen uitbeelden die de Zweden vast al op de kleuterschool leren, en die wij met vertraging nasynchroniseerden.

We hadden nog wel wat langer willen blijven in dit paradijsje, maar de weersvoorspelling voorspelde -ten onrechte bleek later- wind die naar het noorden en daarna naar het oosten zou draaien. Daarmee hadden we tegenwind gehad, danwel aan lager wal gelegen als we waren gebleven. Dus snel getuigd en daarna die heerlijke tocht naar Kalmar. Daar liggen we nu nog, spelen op het strand, bunkeren diesel, water en eten.

Morgen dus naar verwachtig zo'n 43 mijl naar Figeholm. Dan zijn we tussen de scheren aangekomen en zo zoetjes aan is bij Sas en mij de verwachting gekomen dat daar ergens het keerpunt van de tocht zal liggen. 'Stockholm is nog ver' om Joop Z. te parafraseren. We hebben er inmiddels een dikke 600 zeemijl opzitten en zo'n 100 motoruren. Het midden van de vakantie ligt zo rond de dertiende juli dus het terugzeilen komt ook daarmee wat in zicht. Een beetje rust onderweg is welkom en -zo probeer ik wijs te zijn- moet zeilen natuurlijk ook wat zijn: de tocht is de bestemming.

maandag 21 juni 2010




Maandag 21 juni
Gisteren om een uur of 8 vertrokken uit de haven van Rønne op Bornholm. We hebben er twee lekkere dagen gehad: ons over het eiland laten vervoeren per bus en genoten van alle goede zaken die Denemarken te bieden heeft. Glooiend groen landschap, mooie kusten, kneuterige dorpjes en heerlijke vis. (Niet voor niets wordt hier gezegd dat toen onze lieve Heer klaar was met de schepping van Scandinavië, hij alle goede zaken die hij nog over had bijeenvoegde en daarvan Bornholm schiep.)
De Kittiwake wordt weer bewonderd in de haven. Als ik 's avonds wat bezig ben in de kuip komt een Pool aan dek op zijn schip en zegt in gebroken Engels (zo'n vet Russen-accent uit een Rocky-film) 'excuse me sir, but Kittiwake really very beautiful boat, very beautiful, really'. Het was liefde op het eerste gezicht zeg ik -zoals de eervorige eigenaar tegen zijn vriendin zei, toen hij ons kwam bezoeken tijdens het klussen in de NDSM-loods 'ik ga even terug naar mijn eerste liefde'. De buurman aan de andere zijde met een klassiek stalen jacht vraagt of de romp van plastic is. Hanno had al tijdens het klussen
gezegd 'werk je snel en rommelig, dan krijg het compliment dat je een mooi oud schip hebt, werk je echt mooi, dan zullen ze zeggen dat de romp in de epoxy staat'. We hebben ons werk in winter en voorjaar goed gedaan. Als we 's ochtends vertrekken worden we gefotografeerd en gefilmd.

Buiten Rønne staan nog forse rollers van de harde wind van gisteren. De wind zal vandaag verder afnemen, maar de golven zullen nog wel even door blijven staan. In ieder geval heeft het zijn effect op de kinderen: nadat ze eerst met bravoure -ach mamma, die golven vallen best wel mee- zitten te rommelen in de kajuit, worden de snoetjes witter en de stemmen zachter. Dan verdwijnen ze naar het vooronder: Lidewijde in ons bed, Feie in het hare. En helaas: de Primatour die normaal wat versuffend kan werken, hebben we te laat gegeven: Feie geeft als eerste over, knap in een klein bakje, Lidewijde benadert het nonchalanter -voor haar is het de zoveelste keer- en geeft over op onze dekbedden (constateert dit feit en meldt opgelucht dat ze nu lekker gaat slapen). Omdat het buiten wat ruig is :-) moet Saskia naar binnen om de boel op te ruimen. En daar is moed voor nodig. In een stampend en slingerend schip met twee huilende kinderen en een met kots(lucht) gevuld vooronder schoon te maken, onderscheidt de watjes van de helden. Wit ging Saskia naar beneden, groen kwam ze weer boven met putsen, handdoeken, dekbedden en nog zo wat. 'Hier' was haar even korte als inzichtgevende commentaar.

Afijn: de rest van de tocht blijven de dochters wat brak. Lidewijde weet waar ze aan toe is en blijft te kooi en eet weinig. Feie heeft er iets minder last van maar is te snel ziek om in de kajuit te spelen maar ook te beter om in bed te blijven. Uiteindelijk helpt de Ipod met Erik en het klein insectenboek.

Terwijl de wind verder afneemt, we andermaal de shipping lane passeren en de lucht verder klaart, worden de eerste contouren van Zweden zichtbaar. We koersen af op Simrishamn en meren daar iets na vieren af. De stemming aan boord is uitbundig 'we hebben Zweden gehaald' en we kunnen hier de komende week het midzomerfeest vieren.

Vandaag maken we op meerdere fronten schoon schip en genieten daarna van lekker weer op het strand, wat winkelen en vanzelfsprekend wat klussen aan het schip.

vrijdag 18 juni 2010


Dinsdag 15 - Woensdag 16 juni
Vanaf de vorige blog: ditmaal gevaren via Gedsner naar Klintholm, zo'n 80 zeemijl dichter bij Stockholm -het eerder genoemde Vitte bleek niet in detail op onze kaartenset te staan hoewel het duidelijk binnen het 'S2' gebied valt :-(.

Het blijft nog even wennen met z'n vieren aan boord: het les geven aan Lidewijde, terwijl Feie nog gewoon mag aanrommelen en haar 'werkjes' doen, en van de ouder-kindrol switchen in de juf/meester-leerling-rol: het gaat niet vanzelf. Bovendien als de juf alsmaar uit de kajuit/klas wordt geroepen om te assisteren aan dek. Dit en zo'n uur voorbereiding op de lesstof de avond tevoren, maken het lesgeven niet de makkelijste combinatie met een zeilreis. de meiden zelf wisselen sterk qua humeur: als het schoolwerk af is klaart de lucht, de vriendinnen worden erg gemist, en de vergelijking met boot van broer valt alsmaar gunstiger uit: "Joris zou hier niet kunnen varen, toch pappa?" Nee, maar Joris kan weer op plaatsen varen waar wij niet kunnen komen. "Nou ja, dat is ook wel belangrijk, dan hebben zij ook wat", concluderen de meiden ietwat hautain. De interactie tussen beide meiden wordt ook steeds intenser: komen Saskia en ik terug van een ommetje, vraagt Lidewijde: "mamma, is het waar dat jij hebt gezegd dat Feie mij mag doden?" Wij kijken verbaasd naar Feie, die enthousiast roept: goeie he, goeie he?
Hoe dan ook: het vertrek uit Orth verliep goed -behalve dat ik vergeten was dat ik de dieselkraan had dicht gedraaid, en dit zich openbaarde terwijl we bij het uit de box manoeuvreren op een aantal jachten afvoeren- (zo'n uitgestoken boegspriet motiveert dat plastic enorm uit eigen initiatief opzij te gaan) alleen viel na een aantal mijlen de wind weg waarna... de motor weer gestart moest worden; met dieselkraan open ditmaal. Even voor Gedsner moet de vrachtvaardersroute overgestoken worden. (Spectaculair hoe een klein jachtje (onoplettend? onervaren?) probeerde een tanker weg te koppen, en vervolgens op brieke benen uren in het midden van de geul blijft wachten alsof het een veilige middenberm is, voordat het de westgaande route oversteekt.) Gedsner zelf was niet erg bijzonder: wel een doorwaakte nacht voor ieder (behalve Feie) vanwege de inkomende deining.
De volgende ochtend stond de westenwind nog stevig door met bijbehorende golven. Lang geaarzeld maar Radio Lubeck (Pappa-Delta, "guten morgen liebe Freunden des Wassersport") gaf aan dat er afnemende wind op het programma stond. Op de motor haven en geul langs grondzeeen uitgevaren waarbij we flink door elkaar gehusseld werden. Toen het zeil eenmaal stond ging het met een fabelachtige 7,2 knoop -ondanks eerste rif- richting Klimtsholm. De aankomst daar was fantastisch: stijle kliffen -als de kust van Dover alleen veel kleinschaliger. Een nog fantastischer plensbui ontnam het zicht op de havenmonding. Nu liggen we te dampen in het avondzonnetje en blijven een dagje hier om naar de kliffen te wandelen.

Gisteren -17 juni- om even voor zessen 's ochtends vertrokken naar het Deense eiland Bornhom,, vlak onder de Zweedse zuidkust. Wind was er nagenoeg niet, we hebben er tegen achten zo;n veertien uur motoren op zitten. Lang leve Volvo Penta. De tocht verliep tamelijk voorspoedig, alleen het oversteken van de shipping lane was spannend toen van alle kanten vrachtschepen aankwamen en als kers op de taart twee ferries: uiteindelijk ruim anderhalf uur bezig geweest met een stukje van 3 kilometer... En toen moesten we nog de haven in: terwijl de ontspanning er al weer was die hoort bij het binnenlopen van een nieuwe haven, hoorde ik opeens wat gesis achter ons: zo'n reusachtige catamaran-ferry voer pal achter ons, en wilde eerder de haven inlopen. Snel een stormrondje tegen de forse hekgolven en toen was er daadwerkelijk rust. Morgen bunkeren, daarna naar de oostkant en van het eiland gaan genieten!

zaterdag 12 juni 2010

Onder zeil


Zaterdag 12 juni

Gisteren vertrokken uit Laboe in het Kielerfjord. We hebben in Rensburg wat rust genomen na alle hectiek van het voorbereiden van deze tocht en het stug doorvaren van de afgelopen week. Verder schoonschip gemaakt en wat aan geklust. Donderdag 9 zijn we vertrokken richting Laboe. In de stromende regen het Kielerkanaal afgevaren, koud en nat. Tegen de tijd dat we in Holtenau aankwamen begon het op te klaren en eenmaal op het Kielerfjord was het droog. Laboe was een kleine 3 mijl varen -nog steeds

geen zeil gehesen op de hele tocht.


In Laboe een plekje gezocht in de oude stadshaven -eindelijk tussen andere houten schepen in

plaats van het standaard plastic: onze buurman was ook zijn dek aan het breeuwen! Gevierlijk toen de boel wat verkend: havengelden betaald, vuil weggebracht en de meiden lekker schommelen tot... Feie het te hoog vond en op het hoogste punt zich van de schommel liet vallen, plat op haar bekkie en twee voortanden vroegtijdig gewisseld. De arme schat: wat een pijn en wat een schrik. Nu -drie dagen later- ziet het er allemaal gelukkig weer redelijk normaal uit, is de tandenfee langsgeweest en kan ze er weer om lachen.


's Avonds maken Sas en ik de tochtplanning voor de volgende dag: het weerbericht wisselt sterk: gisteren leek het er nog slecht uit te zien, vandaag wordt wind uit ongunstige richting voorspeld maar zwak in kracht (2-3). 's Morgens besluiten we te gaan als het opklaart. De wind blijkt niet NO maar ZO te zijn en er kan eindelijk gezeild worden.


We zetten koers naar Orth op Fehmarn. Het alternatief -Gedser op het Deense eiland Falser vinden we te ver weg: we zouden pas tegevn 23 uur aankomen. Tijdens de tocht bouwen zich flinke buien op boven het vaste land waarvan we de eerste missen, de volgende twee flink over ons heen krijgen -met onweer; de laatste ontlopen we op een paar honderd meter. We zeilen lekker en lopen tegen zessen Orth binnen. Daarna betrekt in rap tempo de lucht en trekt de wind aan tot 7 met uitschieters 8. Wat een geluk dat we niet naar Gedser zijn doorgevaren, dat hadden we met deze richting en kracht niet kunnen aanlopen.

De hele nacht waait het dat het rookt: het schip licht ervan te trillen en van slapen komt niet heel veel.


De volgende dag rust gehouden, en morgen ook naar het zich laat aanzien.

Bij gunstige wind varen we maandag door naar Vitte, een kunstenaarskolonie in de voormalige DDR en van daaruit steken we over naar Bornholm.

Nu is het nog even flinke wind: 6-7 met nog steeds in buien 8 en buiten een zee van 2,5m. Maar binnen is het oergenoegelijk: het dek is dicht, het kacheltje snort, de cavia's lopen rondjes en de meidjes liggen met oordopjes in heerlijk te slapen.

maandag 7 juni 2010

Van Monnickendam naar Rensburg


Dinsdag 1 juni uit Monnickendam vertrokken. Vanwege de stevige noorden wind die de komende dagen wordt voorspeld, gaan we binnendoor: via het PM-, het Van Starckenborg-, en het Eemskanaal. Een weinig poëtische route -het Reitdiep is een veel mooier alternatief, maar hiermee zijn we in 2 dagen in Delfzijl. Daar maken we schoonschip: doen -net als onderweg- het nodige lakwerk, breeuwen en rubberen van enkele deknaden, en schilderen van de kombuis. En een oneindige hoeveelheid troep sorteren en stormvaste plekken geven.
Vrijdagochtend slaan we voor vertrek nog het grootzeil aan en vertrekken met het staartje van de eb richting het wantij van Borkum. Uiteindelijk zijn we te vroeg; we gaan een halfuur voor anker en hobbelen dan over de 1.80m die er op dat moment staat. Daarna vlot door voor het wantij van Juist. Helaas allemaal op de motor. In Norderney een tamelijk lege haven. De voorspelling voor morgen is noord-west 3; waarschijnlijk komen we tegen het eind van de middag in Cuxhaven aan.
De wind is variabel 2, dus een nieuwe dag motoren. In de uitgaande geul naar de Noordzee staat een misselijk makende deining; na de uiterton komt er meer rust, maar de deining blijft de komende uren dwarsscheeps staan. Om ca. 12 uur kruisen we de Jade-monding -wat een geringe hoeveelheid scheepvaart vergeleken met vorige jaar! is dat toeval of weerspiegelt het de economische stand van zaken? Tegen 14 uur passeren we de Westertill, en beginnen we de aanloop van de Elbe. We krijgen zo’n drie knoop stroom mee en razen met 10 knoop langs Cuxhaven. We mikken op een leeg Brunsbüttel achter de sluis. Dat blijkt een misrekening: voor het sluizencomplex liggen tenminste veertig jachten te wachten op schutten -we zijn veruit de jongste bemanning in een nagenoeg volledig door 55+ gedomineerde sluis. We sluiten achteraan aan. Het rondvaartbootje voor ons dat passagiers de Elbe laat zien, geeft flink schroef terwijl we ze passeren en klassiek stuiterend van sluismuur naar sluismuur -hierbij gefilmd door de dagjesmensen- leggen we vast. Brünsbuttel is nokvol en we varen nog een dikke twee uur verder tot de eerste overnachtingsplaats: een mooi ankerplekje, met zeeschepen die vlak langs varen.
De volgende dag - 6 juni- is nog een kort stuk tot Rensburg. Terwijl Saskia de autobahn onveilig maakt, struinen Hanno en ik het feestelijke haventerrein af, genietend van bier en bratwurst.
Vandaag regent het, de in de droogte opengetrokken deknaden laten nog flink water door; dat betekent weer nieuwe breeuw- en rubberactiviteiten zodra het droog is☺